HET STERRENBOS VAN LANDGOED VOGELENSANKH
een ALBUM der genegenheid
- via het aanklikken van de link komt U wanneer mijn technische informatie juist is in een bladzijde zal ik maar zeggen, een album van Google, met daarin door mij samengesteld beeldmateriaal om een indruk te geven van de diversiteit van stemmingen, die het bos achter het voormalig psychiatrisch ziekenhuis Vogelenzang te Bennebroek gelegen, bij mij opriep, nu al weer een vorige zomer terug.
- zowel Frank als Clemens kennen elkaar van hun ontmoeting in een kliniek voor psychotherapeutische groepsbehandeling van het toenmalige ziekenhuis, maar deze herinneringen zijn thans niet meer actueel.
De naam van deze kliniek met de benoeming van de functionele werkwijze ervoor was 'psychotherapeutische gemeenschap Zuideroord', voor velen in mijn kring van bekenden een vertrouwd begrip, en de kliniek had in die tijd dat wij daar waren, en nu nog, een stevige reputatie van vooruitstrevendheid in psychiatrische behandelingsmethode hoog te houden.
'het dametje' / edit van een aquarelschets door Edouard Manet |
Het was in deze kliniek dat ik, nu ongeveer 30 jaar geleden, in een visioen de portretbuste van Pharaona Nefertiti vóór mij zag tijdens de lunch. Op het moment dat ik het visioen kreeg meende ik een portret te zien van de laatste Pharao der Ptolemaeën, Cleopatra VII, maar zekerheid daaromtrent had ik niet. Omdat ik het driedimensionele beeld dat ik had gezien, de ervaring van het visioen was vol mysterie en nam mij geheel in beslag, niet onmiddellijk kon verbinden met mijn eigen plaats in die therapeutische samenleving, met dat heden dat mij toen voor ogen stond als het hoogst haalbare en noodzakelijke bij mijn eenzame beleven van dingen die de grenzen van de realiteit overstijgen, bleef ik, wellicht vanuit een motief van zelfbehoud, redeneren in de lijn van mijn persoonlijk leven. Ik begreep al evenmin waar het visioen naar verwees noch wie de Pharaona vertegenwoordigde in onze tijd, als wat ik met dit doordringen van de verschijnsel in de therapeutische gemeenschap aan moest, er rekening mee houdende dat binnen de groep waarnaar ik was verwezen met de gebruikelijke leugenachtige fraudering van mijn persoonlijke identiteit, al helemaal niemand was te vinden die mijn visioen zou willen begrijpen, want iedereen te Zuideroord werd geacht zich aan eenzelfde denkwijze te houden en indien niet zo werd je uit de groep gewerkt en voor gek verklaard met de nodige beschuldigingen waarmee dat gepaard ging. Daarom nam ik het initiatief teneinde mij tegen de algemene chantage te weren en uit eigen belang te streven op de eerste plaats naar de benodigde objectiviteit om uit de mij voorafgaande tijd van academische studie iemand te raadplegen die wél op de hoogte was van de raliteit vban mijn bestaan maar ook oog had voor wat zich daarachter verschool. Zo besloot ik telefonische contact op te nemen met professor Frédérique Bastet, hoogleraar archeologie en directeur van het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden, die natuurlijk alles van de situatie kon begrijpen en er maar weinig woorden voor nodig zou hebben om mij aan mijzelf te herinneren.
Ik kende Frédérique als een wqat nerveuze maar sympathieke jonge lector te Leiden, en had hem ontmoet in de nadagen van de zomer van 1973, toen een groep studenten met wie ik een archeologische studiereis naar Griekenland had gemaakt, bezig was de reisverslagen en de bijbehorende foto's van deze reis te sorteren en uit te werken. En Frédérique, die van mijn bijdehande opmerkingen en vragen over het begrijpen van de antieke beschaving had gehoord, had zich op die gedenkwaardige avond bij onze groep gevoegd, omdat hij wel bemerkt had dat bij onze groep wellicht kennis was te vergaren omtrent vraagstukken over de oudheid waar hij nog altijd geen antwoord op had gevonden. In feite kwam hij met spoed omdat onze bijeenkomst zijn theorievorming en zijn beleidsmotieven over de museumcollectie van het RMO in de war had geschopt. Aan het toenmalige hof van H.M. de koningin was hij uiteraard ook een graag geziene gast.
beeld links: een poort midden in een stadje van de Chianti, een landstreek in de provincie Toscane waar veel wijngaarden zijn en waarnaar ook de beroemde wijn is vernoemd.
De wereld van de wetenschap over de Oudheid wordt in ons land gekenmerkt door een gezellige sfeer en goede onderlingen betrekkingen, en omdat iedereen in dat wereldje weet dat objectiviteit en een gezond oordeel in de kennis over de antieke heidense beschavingen alleen ter publicatie naar buiten toe kan worden bestemd wanneer daar een draagvlak in het sociale omgaan van de wetenschappers tegenover staat, berust de kennis, die vergaard wordt dikwijls ook op de uitwisseling van informatie in zeer persoonlijke contacten en vriendschappen. Het is met de mensen zo, dat zij niet kunnen overdragen wat hun gedachtenleven inhoudt in zijn totaliteit, maar altijd aangewezen zijn op de beperkingen die de realiteit hen oplegt, namelijk dat wat er uitgewisseld en besproken wordt immer voortkomt uit de vragen die de actualiteit hen stelt. Maar om toch inzicht te kunnen bieden in hoe dat soort processen in elkaar steken en met elkaar samenwerken heeft de wetenschap het betere begrijpen van de oudheid tot volwaardig lid van de universele gemeenschap der geleerden verheven, iets wat ook nog niet zo lang wordt ingezien. En historici zijn dol op vragen die hen gesteld worden vanuit het publiek, en zonder werk zullen zij nooit komen te zitten.
Archeologen en historici hebben altijd wat moeite met hoe zij de resultaten van hun onderzoekingen en kennis kunnen verwoorden zo, dat deze een ook voor leken interessante bijdrage vormen aan onze cultuur. En in onze groep waren tot dan toe nogal ingewikkelde kenniselementen gebleken op een eenvoudige en ook voor het grote publiek aansprekelijke wijze verwoord te kunnen worden.
een bladzijde uit het Dodenboek van de Egyptische beschaving, elke samenlevingscultuur heeft zijn eigen dodenboek, een verschijnsel dat in ons land nogal de aandacht heeft van de shrijverswereld |
een link: over de portretbuste van Nefertiti en de relatie met mijn eerste indruk dat de portretbuste in het visioen die van Pharao Cleopatra VII was vond ik een aanwijzing in een zeer leesbaar artikel van het Historisch Nieuwsblad dat mijn aandacht trok en dat ik op zichzelf belangrijk genoeg vind om gemakkelijk bereikbaar te maken in het kader van deze blogpost
- citaat uit het artikel van HN: ...Zo werd Rome warm gemaakt voor een nieuw vijandbeeld, met Cleopatra als centrale figuur en Marcus Antonius als haar nieuwste slachtoffer. Deze vijand, was de boodschap, wilde zich meester maken van Rome en er een koninkrijk van maken. En vanzelfsprekend was Octavianus de man die redding zou brengen..... -
een gondel op het Canal Grande van Venezia, de stad waar tot leven komt wat gisteren nog dood was verklaard |
En zo geviel het, dat professor Bastet in reactie op mijn verzoek om hem te mogen spreken, mij een onderhoud toestond en hem te bezoeken in zijn studeervertrek, de hoogleraarskamer van het Oudheidkundig Museum, waar ik natuurlijk mij gewassen, geschoren en in mijn mooiste kleding naartoe snelde met de trein van Haarlem naar Leiden, zodat ik op een middag in het jaar 1986 de hooggeleerde Frédérique aantrof met enkele opengeslagen, dikke boeken voor zich, waarin hij ijverig zat te lezen en waaruit hij aantekeningen maakte op een schrijfblok aan zijn linkerhand. De hoogleraar, hij bekleedde die functie toen nog niet zo lang, zetelde achter een zwaar cylinderbureau, en pas nadat ik enige tijd tegenover zijn bureau staande had gewacht totdat hij zou opzien, stond ook hij met een verraste blik in zijn vriendelijke ogen op vanachter zijn lektuur en reiktre mij zijnswege de tengere kleine hand, terwijl hij vol belangstelling informeerde hoe ik het inmiddels maakte na onze eerste ontmoeting nu zovele jaren geleden, hij herinnerde zich dat tot mijn verrassing nog goed. Ik was zeer onder de indruk geraakt, want het leek wel of ik professor Bastet meer stoorde in zijn bezigheden dan dat het welkom van de week daarvoor tussen zijn oren was blijven hangen, en in het vertrek had ik bemerkt had zich een bijzondere geur verspreid sinds de secretaresse mij had binnengelaten, een geur die rondom Bastet zich langzaam had verspreid.
Nadat Frédérique, die een pruillip had opgezet, zich met enige moeite had losgemaakt uit zijn lektuur kon ik van wal steken. De lezer kan wellicht niet zonder moeite ermee te gevoelen, maar indien men geen moeite wil doen bereikt men niets, begrijpen dat ik de inhoud van de conversatie moeilijk kan prijsgeven aan de tonelen van studentikoze openbaarheid die in deze tijd, 30 jaren na dato, de gemoederen in den lande zo bezig houden. Maar laat ik volstaan met de slotconclusie van ons onderhoud hier te vermelden, enkele woorden die professor Bastet mij heeft meegegeven als antwoord op mijn vraag, teneinde mij toch de support te geven waar ik hem om gevraagd had, woorden die vanaf die tijd door mij reeds in diverse vormen zijn geïnterpreteerd. Frédérique, die gunstig gestemd raakte naar mate ik met mijn relaas vorderde, verklaarde mij dat evenals alle andere wetenschappen die aan de Universiteit worden gedoceerd, ook de studie van de oudheid luistert naar objectieve regels en dat er voor studenten en wetenschappers strenge maatstaven gelden. 'Ik ben oudheidkundige', zo sprak hij mij minzaam toe terwijl hij mij begeleidde naar de zware deur van zijn studeerkamer, welke het voor alle geluid van buiten onmogelijk maakte binnen te dringen, 'en geen paragnost.'
- Recente ontdekking van een relatie met mijn visioen: een onderzoek naar wat er in de ringen van Saturnus bleef verborgen door het Jet Propulsion Laboratory van het California Institute of Technology -
Gesterkt door deze wijze woorden zag de nieuwe leerling van Bastet zijn toekomst in de therapeutische gemeenschap Zuideroord tegemoet. Pas na afloop van de behandeling te Bennebroek ben ik te Heemstede in het appartement, dat ik al van zovele namen heb voorzien in de loop der jaren dat ik het voor mijn persoonlijk beleven het liefst betitel met de formulecodering '5 / 2 hoog', gaan bezig houden met de vragen welke vanwege de therapeutische behandeling op Zuideroord in mijn hart waren gewekt.
Zoals menigeen wel wel weet is het verblijf te Heemstede en het verloop van mijn sociale leven aldaar niet zonder taaie tegenstand en onrustige kritische besprekingen van mijn kant en door anderen op mij afgevuurd gebleven. Tot ieders verbazing en voor weer anderen aanleiding om te twijfelen aan de oprechtheid en het serieuze voornemen waarmee mijn persoon altijd alles heeft geleefd en heeft verdragen, heb ik geen enkel oordeel over hoe het mij nu al gedurende die 30 jaren na het gesprek is vergaan, en heb ik nooit gewild er een materieel voordelige conclusie aan te kunnen verbinden dat velen zo hun verwachtingen bij mijn persoon hadden neergelegd.
nota bene:
Aan het betrekkelijke isolement dat mij werd opgelegd als consequentie van mijn zienswijze op fenomenen die nu een keer tot de actualiteit van elke vorm van maatschappelijk leven behoren, een kritische interpretatie van hoe mensen kunnen komen tot een denken dat wat het mij betreft vanuit de psychiatrie aan grenzen en regels wordt onderworpen, wordt in de actualiteit van 2016 iets gedaan. Dit schrijf ik om een antwoord te voorspellen dat aan hen die hopen op een betere toekomst voor ons land en voor henzelf wordt gegeven, een antwoord dat ik op de mij bestemde wijze slechts kan geven door de afbeelding hieronder aan in te voegen, een pentekening naar de scène in een schilderij van Nicolas Poussin die een heel verhaal overbodig maakt.
Prometheus wordt door Herakles van zijn boeien bevrijd |
'de brug der zuchten' met een ingang links en eentje rechts, wie over deze brug gaat keert altijd weer terug naar waar hij van binnenkwam maar naar beneden op het canale zien is onmogelijk |
Ik zie geloof ik, of ik wil de gedachte aanreiken teneinde de huidige impasse te doorbreken aan diegenen voor wie dat is weggelegd, als de op dit moment gunstige weg die ik wil gaan, als juist inzicht van mijn kant het voordeel ervan, dat ik wat meer vertel omtrent het persoonlijke element bij al deze vormen van begrijpen waar de interesse voor de antieke wereld en zijn mythologie uit is ontstaan, een begrijpen waarin ik mij heb bekwaamd over de relativiteit van dingen die voor veel mensen tot het ontoegankelijke gebied van hun verklaarbare persoonlijke en emotionele wereld behoren. Althans ik persoonlijk heb in mijn gehele optreden het landsbelang altijd laten voorgaan vóór het eigen belang van mijn persoon. Dat nu is met deze post te schrijven in het geding der discutabele gewoonten, die in ons land lucratiever worden geacht dan de weg der traditionele waarden te bewandelen, gebracht door mijn inzet op een hopelijk hanteerbare, toegankelijke en aanvaardbare manier te brengen, waarin ik op aangepaste wijze de vraag stel wat dabn wel dat persoonlijk voordeel zou zijn waarvan ik reeds wordt verdacht voordat er ook maar sprake is geweest van ook maar één afspraak, daad of toezegging daarvan in de werkelijkheid van welk staatkundig of zakelijk denken ook. Ik had ook kunnen schrijven, dat jullie al moord en brand beginnen te roepen voordat jullie beseffen wat er in feite wordt gevraagd op vriendelijke wijze, namelijk om jezelf eens te beoordelen en zo te begrijpen wat de zin in al die dingen die je zo verschrikkelijk hebt gevonden is geweest. De geest van waaruit dat in onze tijd in collectief aanbod op de maatschappelijke vraag mogelijk is is die van de paracleet, van de trooster.
Om een bijdrage te leveren voor kritische discussie bestemd laat ik de toegang vrij tot een diasjouw die ik maakte op een vraag die mij is gesteld door een vriend, Edwin, die ook graag eens wat meer zou willen begrijpen over hoe op die wonderlijke manier van de kunstenaar het verhaal te vertellen van zijn leven, en wat zijn indrukken daarbij zijn, maar zo, dat het document ook aanleiding vormt om te komen tot een objectief verstaan, dat voor iedereen niet hetzelfde zal zijn.
Het heden van een mens wordt altijd gekenmerkt door een onmiskenbare trek van absoluut karakter wat het betreft het zichtbare daarvan. Dus wat je kunt laten zien en inzien zijn twee van elkaar verschillende waarden, en dat wilde ik eens bespreekbaar maken op deze vrijdagmiddag onder het motto: 'je weet niet wat je ziet".
No comments:
Post a Comment